« Art. 10 bis. § 1. Lorsque la matière biologique déposée, conformément à l'article 10, cesse d'être disponible auprès de l'institution de dépôt reconnue, un nouveau dépôt de la matière est autorisé dans un délai de trois mois à compter de la date à laquelle l'interruption a été notifiée au demandeur ou au titulaire du brevet, soit par l'institution de dépôt reconnue, soit par l'Office.
« Art. 10 bis. § 1. Indien het overeenkomstig artikel 10 gedeponeerd biologisch materiaal ophoudt bij de erkende depositaris toegankelijk te zijn, wordt een nieuw depot van het materiaal toegestaan binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum waarop de onderbreking werd betekend aan de aanvrager of aan de octrooihouder, hetzij door de erkende depositaris, hetzij door de Dienst.