Sans préjudice du paragraphe 1 et par application de l'article 286, § 3, al. 1 de la loi du 19 avril 2014, le fait que des instruments financiers d'un FIIS, suite à l'entremise de tiers, se trouvent détenus par des investisseurs autres que des investisseurs éligibles, ne portent pas atteinte au caractère institutionnel du FIIS, pour autant que le FIIS prenne les mesures adéquates pour garantir la qualité d'investisseur éligible des titulaires de ses instruments financiers, et qu'il ne favorise ni ne contribue à la détention de ses instruments financiers par des investisseurs autres que des investisseurs éligibles.
Onverminderd de voorafgaande paragraaf en bij toepassing van artikel 286, § 3, eerste lid van de wet van 19 april 2014, doet het feit dat de financiële instrumenten van een GVBF, door tussenkomst van derden, in het
bezit zijn van beleggers die geen in aanmerking komende beleggers zijn, geen afbreuk aan het institutionele karakter van het GVBF, voor zover het GVBF passende maatregelen neemt om de hoedanigheid van in aanmerking komende beleggers van de houders van zijn financiële instrumenten te waarborgen, en zij niet bijdraagt tot het bezit van zijn financiële instrumenten door beleggers die geen in aanmerking komende beleggers zijn, dan
...[+++] wel een dergelijk bezit bevordert.