Selon les parties requérantes dans l'affaire n° 5933, l'article 28, § 1, alinéa 1, 6°, du décret du 7 novembre 2013 porte atteinte à la liberté de représentation des membres du personnel académique - qui serait reconnue par les articles 10, 11, 23, alinéa 3, 1°, 26 et 27 de la Constitution, lus isolément ou en combinaison avec l'article 11 de la Convention européenne des droits de l'homme - en ce qu
e cette disposition législative réserverait la représentation du personnel académique des universités à des représentant
s des organisations syndicales et empêcherait dès ...[+++] lors un professeur d'université d'être représenté au conseil d'administration de l'ARES par une personne non proposée par une organisation syndicale.Volgens de verzoekende partijen in de zaak nr. 5933 zou artikel 28, § 1, eerste lid, 6°, van het decreet van 7 november 2013 afbreuk doen aan de
vrijheid van vertegenwoordiging van de leden van het academisch personeel - die erkend zou zijn bij de artikelen 10, 11, 23, derde lid, 1°, 26 en 27 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens -, in zoverre die decretale bepaling de vertegenwoordiging van het academisch personeel van de universiteiten zou voorbehouden aan de vertegenwoordigers van de vakorganisaties en derhalve een hoogleraar aan een universiteit zou belet
...[+++]ten om vertegenwoordigd te zijn in de raad van bestuur van de « ARES » door een persoon die niet wordt voorgedragen door een vakorganisatie.