Celui-ci commence à courir soit au moment déterminé par l'article 1, 2° ou 3°, ou par l'article 2, 5°, soit, lorsque le mandat d'arrêt est décerné à charge d'un inculpé détenu sur le fondement d'un mandat d'amener ou sur le fondement d'une ordonnance de prolongation, au moment de la signification de ce mandat ou de cette ordonnance».
Deze termijn gaat in hetzij op het tijdstip dat wordt bepaald door artikel 1, 2°, of 3°, of door artikel 2, 5°, hetzij, wanneer het bevel tot aanhouding is uitgevaardigd tegen een verdachte die van zijn vrijheid is beroofd op grond van een bevel tot medebrenging of op grond van een bevel tot verlenging, op het tijdstip van de betekening van dit bevel».