considérant que l'article 4 du règlement nº 142/67/CEE du Conseil, du 21 jui
n 1967, relatif aux restitutions à l'exportation des graines de colza, de navette et de tournesol (4), modifié en dernier lieu par le règlement (CEE) nº 845/68 (5), prévoit la possibilité de fixer à l'avance la restitution à l'exportation des graines ; que, dans l'intérêt d'une bonne administration, il convient d'instaurer
des certificats de préfixation assortis de la constitution d'une caution garantissant l'engagement d'exporter pendant la durée de validité
...[+++] du certificat ; que pour le même motif il est nécessaire que l'exportation bénéficiant du régime de préfixation ait lieu pendant la durée de validité du certificat,Overwegende dat , op grond van artikel 4 van Verordening nr . 142/67/EEG van de Raad van 21 juni
1967 betreffende de restituties bij de uitvoer van koolzaad , raapzaad en zonnebloemzaad ( 4 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 845/68 ( 5 ) , de mogelijkheid bestaat om de restitutie bij uitvoer van zaden vooraf vast te stellen ; dat het , in het belang van een goed beheer , dienstig is certificaten tot vaststelling vooraf in te voeren die vergezeld dienen te gaan van het stellen van een waarborg waardoor de geldigheidsduur van het certificaat wordt gegarandeerd ; dat het om dezelfde reden noodzakelijk is dat de uitvoer
...[+++] onder de regeling van de vaststelling vooraf tijdens de geldigheidsduur van het certificaat plaatsvindt ,