Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Droit de visite des avocats
Droits de l'accusé
Droits de la défense
Présomption d'incapacité de travail
Présomption d'innocence
Présomption de paternité
Présomption juris tantum
Présomption pater is est
Présomption refutable
Présomption réfragable
Présomption réfutable
Présomption simple

Traduction de «Présomption de » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
présomption de paternité | présomption pater is est

vaderschapsregel | vermoeden van vaderschap




présomption juris tantum | présomption réfragable | présomption réfutable | présomption simple

wederlegbaar rechtsvermoeden | weerlegbaar vermoeden


présomption juris tantum | présomption refutable

wederlegbaar rechtsvermoeden


droits de la défense [ droit de visite des avocats | droits de l'accusé | présomption d'innocence ]

rechten van de verdediging [ bezoekrecht van de advocaat | rechten van de verdachte | vermoeden van onschuld ]




présomption d'incapacité de travail

vermoeden van arbeidsongeschiktheid
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
17)l’obligation d’enregistrer et de communiquer toute présomption d’effet indésirable grave et d’effet indésirable sur l’être humain concernant un médicament vétérinaire ainsi que toute présomption d’effet indésirable grave inattendu et d’effet indésirable sur l’être humain et toute présomption de transmission d’un agent infectieux, conformément à l’article 49, paragraphes 1, et 2, du règlement (CE) no 726/2004.

de verplichting om alle vermoede gevallen van ernstige bijwerkingen en bijwerkingen bij de mens van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, alle vermoede ernstige onverwachte bijwerkingen en bijwerkingen bij de mens, of overdracht van infectiedragers te registreren en te melden, zoals bedoeld in artikel 49, lid 1, en lid 2, van Verordening (EG) nr. 726/2004.


la communication de toute présomption d'effet indésirable grave inattendu, de toute présomption de transmission d'un agent infectieux et, dans le cas de médicaments vétérinaires, de toute présomption d’effet indésirable sur l’être humain, comme prévu à l’article 24, paragraphe 2, et à l’article 49, paragraphe 2, du règlement (CE) no 726/2004.

melding van vermoede gevallen van een onverwachte ernstige bijwerking of van overdracht van infectiedragers en, in het geval van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, bijwerkingen bij de mens, zoals bedoeld in artikel 24, lid 2, en artikel 49, lid 2, van Verordening (EG) nr. 726/2004.


l’obligation d’enregistrer et de communiquer toute présomption d’effet indésirable grave et d’effet indésirable sur l’être humain concernant un médicament vétérinaire ainsi que toute présomption d’effet indésirable grave inattendu et d’effet indésirable sur l’être humain et toute présomption de transmission d’un agent infectieux, conformément à l’article 49, paragraphes 1, et 2, du règlement (CE) no 726/2004.

de verplichting om alle vermoede gevallen van ernstige bijwerkingen en bijwerkingen bij de mens van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, alle vermoede ernstige onverwachte bijwerkingen en bijwerkingen bij de mens, of overdracht van infectiedragers te registreren en te melden, zoals bedoeld in artikel 49, lid 1, en lid 2, van Verordening (EG) nr. 726/2004.


SERVICE PUBLIC DE WALLONIE - 16 NOVEMBRE 2017. - Décret modifiant l'article D.IV.99 et le Livre VII du Code du Développement territorial en vue d'y insérer un article D.VII.1bis instaurant une présomption de conformité urbanistique pour certaines infractions (1)

WAALSE OVERHEIDSDIENST - 16 NOVEMBER 2017. - Decreet tot wijziging van artikel D.IV.99 en Boek VII van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling met het oog om er een artikel D.VII.1bis in te voegen tot invoering van een stedenbouwkundig conformiteitsvermoeden voor sommige overtredingen (1)


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Par son arrêt n° 96/2011, du 31 mai 2011, la Cour a jugé à propos d'une action en contestation de présomption de paternité introduite par un enfant majeur contre le mari de sa mère alors que cette présomption ne correspondait ni à la vérité biologique ni, en l'absence de possession d'état, à la vérité socio-affective : « B.7.

Bij zijn arrest nr. 96/2011 van 31 mei 2011 heeft het Hof, met betrekking tot een vordering tot betwisting van het vermoeden van vaderschap die door een meerderjarig kind tegen de echtgenoot van zijn moeder was ingesteld terwijl dat vermoeden noch met de biologische waarheid, noch, bij ontstentenis van een bezit van staat, met de socioaffectieve waarheid overeenstemde, geoordeeld : « B.7.


Toutefois, en prévoyant qu'un enfant ne peut plus contester la présomption de paternité établie à l'égard du mari de sa mère au-delà de l'âge de vingt-deux ans ou de l'année à dater de la découverte du fait que celui qui était le mari de sa mère n'est pas son père, alors que cette présomption ne correspond à aucune réalité ni biologique, ni socio-affective, il est porté atteinte de manière discriminatoire au droit au respect de la vie privée de cet enfant.

Door te bepalen dat een kind het vermoeden van vaderschap dat is vastgesteld ten aanzien van de echtgenoot van zijn moeder niet meer kan betwisten na de leeftijd van tweeëntwintig jaar of na het jaar te rekenen vanaf de ontdekking van het feit dat diegene die de echtgenoot van zijn moeder was, niet zijn vader is, terwijl dat vermoeden met geen enkele biologische, noch socio-affectieve realiteit overeenstemt, wordt evenwel op discriminerende wijze afbreuk gedaan aan het recht op de eerbiediging van het privéleven van dat kind.


La loi du 25 avril 2014 portant des dispositions diverses en matière de sécurité sociale remplace l'ancienne présomption de l'article 3, § 1er, al. 4 de l'arrêté royal n°38 concernant l'assujettissement des mandataires de sociétés par une présomption d'assujettissement et une présomption de localisation de l'activité en Belgique. L'article 3, § 2 habilite le Roi à déterminer la manière dont ces présomptions peuvent être renversées.

Bij de wet van 25 april 2014 houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid wordt het vroegere vermoeden in artikel 3, § 1, vierde lid van het koninklijk besluit nr. 38 met betrekking tot de onderwerping van mandatarissen van verenigingen of vennootschappen vervangen door de bepaling dat deze mandatarissen op weerlegbare wijze geacht worden een zelfstandige beroepsbezigheid uit te oefenen, en dat de zelfstandige beroepsbezigheid als mandataris op weerlegbare wijze geacht wordt plaats te vinden in België Bij artikel 3, § 2 wordt de Koning gemachtigd de wijze waarop de vermoedens kunnen worden weerlegd, vast te stellen.


La première présomption concerne l'exercice d'une activité professionnelle indépendante de mandataire social (article 3, § 1er, alinéa 4, arrêté royal n° 38) et la seconde présomption concerne la localisation en Belgique des activités de mandataire social (article 3, § 1er, alinéa 5, arrêté royal n° 38).

Het eerste vermoeden betreft de uitoefening van een zelfstandige beroepsactiviteit als vennootschapsmandataris (artikel 3, § 1, vierde lid, koninklijk besluit nr. 38) en het tweede vermoeden betreft de lokalisatie in België van de activiteiten als vennootschapsmandataris (artikel 3, § 1, vijfde lid, koninklijk besluit nr. 38).


La présomption irréfragable d'assujettissement des mandataires sociaux a été remplacée par deux présomptions réfragables, afin de mettre la loi en concordance avec la jurisprudence européenne, la jurisprudence nationale et la pratique administrative.

Het onweerlegbaar vermoeden van verzekeringsplicht voor vennootschapsmandatarissen werd vervangen door twee weerlegbare vermoedens, om de wet in overeenstemming te brengen met de Europese en nationale rechtspraak en met de administratieve praktijk.


Il est fait mention de la «présomption d’innocence» à l’article 6, paragraphe 2, de la CEDH (Droit à un procès équitable): «Toute personne accusée d'une infraction est présumée innocente jusqu'à ce que sa culpabilité ait été légalement établie»; ainsi qu’à l’article 48 de la Charte (Présomption d'innocence et droits de la défense): «1.

Het “vermoeden van onschuld” is neergelegd in artikel 6, lid 2, EVRM (Recht op een eerlijk proces): “Eenieder tegen wie een vervolging is ingesteld, wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld in rechte is komen vast te staan” alsook in artikel 48 van het Handvest van de grondrechten (Vermoeden van onschuld en rechten van de verdediging): “1.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

Présomption de ->

Date index: 2023-07-05
w