10. note que l'Union européenne est confrontée à des menaces conventionnelles pour sa sécurité, en particulier du fait de l'éme
rgence de nouvelles puissances maritimes, qui renforce la probabilité qu'apparaissent des rivalités interétatiques pour la propriété de zones
maritimes (litiges juridictionnels, revendications territoriales, autorisations de prospection et d'exploitation dans des zones de haute mer); note, en outre, que des pays émergents renforcent leurs capacités
maritimes (marines de guerre, sous-marins), et ont tendance, dans le même temps, à remettre en question
...[+++] les principes du droit maritime international; 10. merkt op dat de EU blootstaat aan conventionele veiligheidsbedreigingen en dat met name sinds de opkomst van nieuwe zeemachten een grotere kans bestaat op conflicten tussen staten over het eigendom van maritieme gebieden (geschillen over rechtsbevoegdheid, territoriale aanspraken, verkennings- en exploitatievergunningen in diepzeezones); merkt bovendien op dat ontwikkelingslanden hun maritieme capaciteiten hebben uitgebouwd (marines, onderzeeërs) en tegelijkertijd vaak internationale maritieme rechtsbeginselen ter discussie stellen;