Art. 24. Un usager qui fait appel à l'assistance au logement et qui paie la contribution financière à cette fin, garde 357,29 euros par mois de ses revenus personnels ou au moins un tiers de son revenu du travail ou revenu de remplacement lié à un revenu du travail antérieur, lorsqu'il répond à une des conditions suivantes : 1° il est apte à être employé dans une entreprise de travail adapté ; 2° il souffre uniquement de déficiences motrices ou visuelles ou de déficiences mentales légères ou d'une lésion cérébrale non congénitale.
Art. 24. Een gebruiker die gebruikmaakt van woonondersteuning en daarvoor de financiële bijdrage betaalt, behoudt 357,39 euro per maand van zijn persoonlijke inkomsten of minstens een derde van zijn arbeidsinkomen of vervangingsinkomen dat gebonden is aan een vroeger arbeidsinkomen, als hij voldoet aan een van de volgende voorwaarden : 1° hij is bekwaam om tewerkgesteld te worden of in een erkend maatwerkbedrijf te werken; 2° hij heeft alleen motorische of zintuiglijke of licht mentale beperkingen of een niet-aangeboren hersenletsel.