Art. 11. L'entité de droit d'un pays tiers, autre qu'une personne physique, qui, en application de l'article 9, a acquis la qualité de réviseur d'entreprises et qui perd dans son pays la qualité professionnelle dont elle s'est prévalue lors de sa demande d'octroi de la qualité de réviseur d'entreprises, peut, par décision de l'Institut, conserver sa qualité de réviseur d'entreprises en Belgique lorsqu'il est établi qu'elle a perdu sa qualité professionnelle dans son pays tiers pour des raisons autres que disciplinaires.
Art. 11. De entiteit, andere dan een natuurlijk persoon, naar het recht van derde landen, die bij toepassing van artikel 9, de hoedanigheid van bedrijfsrevisor heeft verkregen en in zijn land de professionele hoedanigheid verliest waarop hij zich beroepen heeft bij zijn verzoek om toekenning van de hoedanigheid van bedrijfsrevisor, kan, op beslissing van het Instituut, zijn hoedanigheid van bedrijfsrevisor in België behouden, wanneer is aangetoond dat hij zijn professionele hoedanigheid in het derde land om andere dan tuchtrechtelijke redenen heeft verloren.