À cet effet, la plante destinée à la production de matériel de reproduction des végétaux et, le cas échéant, la plante-mère, ont été produites conformément au présent règlement pendant au moins une génération ou, s’il s’agit de cultures pérennes, pendant au moins une génération au cours de deux saisons de végétation.
Hiertoe moet de voor de productie van het vegetatief teeltmateriaal bestemde plant en, in voorkomend geval, de moederplant ten minste één generatie of, in het geval van blijvende teelten, gedurende twee teeltseizoenen ten minste één generatie zijn geproduceerd overeenkomstig deze verordening.