21. est d'avis qu'il convient d'impliquer financièrement dans la création d'œuvres cinématographiques européennes, même de manière indirecte, l'ensemble des acteurs qui tirent un profit de leur offre directe, de leur commercialisation ou de leur distribution, y compris au moyen d'un référencement ou d'une mise à dispositi
on dans le cadre de services de vidéo à la demand
e; demande à la Commission de tenir compte de cette approche y compris dans le cadre de l'examen des systèmes de financement du cinéma des États membres sur le plan de
...[+++] la concurrence;
21. is van mening dat eenieder die in economisch opzicht, ook al is het onrechtstreeks, profiteert van Europese filmwerken, via rechtstreekse verstrekking, het op de markt brengen of verspreiding, met inbegrip van links of verstrekking via video-on-demand, een financiële bijdrage zou moeten leveren aan de productie van Europese films; roept de Commissie op dit tot leidraad te maken, ook bij onderzoek naar de filmsubsidiesystemen van lidstaten vanuit concurrentie-oogpunt;