1. Sont admis en franchise de droits à l’importation, sous réserve des dispositions des articles 18, 19 et 20, les biens personnels recueillis, soit par voie de succession légale, soit par voie de succession testamentaire, par une personne physique ayant sa résidence normale dans le territoire douanier de la Communauté.
1. Behoudens de artikelen 18, 19 en 20, zijn van rechten bij invoer vrijgesteld, de persoonlijke goederen die door een natuurlijke persoon die zijn normale verblijfplaats in het douanegebied van de Gemeenschap heeft, door erfopvolging bij versterf, of door erfopvolging bij testament zijn verkregen.