En dérogation à l'article 28, 1 alinéa, et à titre transitoire jusqu'au 31 décembre 2020, pour les maisons de repos agréées ou ayant bénéficié d'une autorisation de fonctionnement provisoire pour la première fois avant le 1 février 1994, la capacité des espaces de vie commune peut être réduite pour autant que la diminution d'espace de vie commune soit au moins compensée par une surface de toutes les chambres supérieure à la surface minimale exigée en vertu de l'article 32.
In afwijking van artikel 28, eerste lid, en bij wijze van overgangsmaatregel tot 31 december 2020, voor de rusthuizen die voor het eerst werden erkend of een voorlopige werkingsvergunning genoten voor 1 februari 1994, kan de omvang van de gemeenschappelijke leefruimten worden verkleind voor zover de vermindering van de gemeenschappelijke leefruimte tenminste wordt gecompenseerd door de oppervlakte van alle kamers hoger te brengen dan de minimaal vereiste oppervlakte krachtens artikel 32.