Section 6. - Effacement de la peine disciplinaire Art. 100. § 1. Toute peine disciplinaire, à l'exception de la révocation et de la démission d'office, est effacée d'office du dossier personnel de l'agent après écoulement d'un délai de : 1° six mois pour le rappel à l'ordre; 2° neuf mois pour le blâme; 3° un an pour la retenue de traitement; 4° dix-huit mois pour le déplacement disciplinaire; 5° deux ans pour la suspension disciplinaire; 6° trois ans pour la régression barémique et la rétrogradation.
Afdeling 6. - Uitwissing van de tuchtstraf Art. 100. § 1. Elke tuchtstraf, behalve de afzetting en het ontslag van ambtswege, wordt ambtshalve uitgewist in het persoonlijk dossier van de ambtenaar na verloop van een termijn van : 1° zes maanden voor de terechtwijzing; 2° negen maanden voor de blaam; 3° één jaar voor de inhouding van wedde; 4° achttien maanden voor de verplaatsing bij tuchtmaatregel; 5° twee jaar voor de tuchtschorsing; 6° drie jaar voor de lagere inschaling en de terugzetting in graad.