Toutes les places assises du véhicule doivent être munies de repose-pieds, d’un plancher ou de marchepieds où le pilote, le conducteur ou le passager peuvent poser leurs deux pieds.
Alle zitplaatsen van het voertuig moet zijn voorzien van hetzij daartoe aangebrachte voetsteunen hetzij een vloer of vloerplaten waarop de voeten van de berijder, de bestuurder of de passagier kunnen rusten.