Art. 3. § 1. Tout responsable d'un cheptel de valeur génétique élevée ou d'un troupeau participant au programme d'élevage visé à l'article 2, fait génotyper tous les béliers destinés à la reproduction au moyen d'une analyse de laboratoire sur le matériel biologique adéquat de l'animal avant de les utiliser pour la reproduction.
Art. 3. § 1. Elke verantwoordelijke van een koppel van hoge genetische waarde of van een beslag dat deelneemt aan het fokprogramma bedoeld in artikel 2, laat alle fokrammen genotyperen aan de hand van een laboratoriumanalyse op het hiervoor geschikt biologisch materiaal van het dier voordat zij voor fokdoeleinden gebruikt worden.