Dans son commentaire de l’article 1, paragraphe 9, 2°, du Code, l’administration a précisé à juste titre que la vente d’un bâtiment et d’un terrain y attenant, qui appartiennent à deux membres différents d’une unité TVA, doit, pour l’application de la TVA, être considérée comme effectuée par la même personne, c’est-à-dire l’unité TVA.
De administratie heeft in haar commentaar bij artikel 1, paragraaf 9, 2°, van het Wetboek dan ook terecht verduidelijkt dat de verkoop van een gebouw en een bijhorend terrein, die toebehoren aan twee verschillende leden van een btw-eenheid, voor de toepassing van de BTW, geacht wordt te gebeuren door dezelfde persoon, met name de belastingplichtige BTW-eenheid.