L'agression militaire subie par la République démocratique du Congo en 1996, suivie par l'occupation des forces armées étrangères a imposé et impose toujours à la population de son ensemble et aux femmes en particulier, des souffrances qui se situent aux antipodes du respect le plus élémentaire de la personne humaine: les femmes, les jeunes filles mais aussi les jeunes garçons sont humiliés, souvent torturés et font l'objet de violences sexuelles par des soldats très souvent infectés du virus du sida.
De militaire agressie waarvan de Democratische Republiek Congo in 1996 het slachtoffer werd, gevolgd door de bezetting door buitenlandse strijdkrachten, heeft de gehele bevolking en de vrouwen in het bijzonder leed berokkend dat vloekt met het meest elementaire respect voor de menselijke persoon : vrouwen, meisjes, maar ook jongens worden vernederd, vaak gefolterd en ondergaan seksuele geweldplegingen van soldaten die heel vaak met het aids-virus besmet zijn.