10. considère par principe que les a
nimaux doivent être abattus aussi près que possible de leur lieu d’élevage; observe à cet égard que les consommateurs sont favorables à une diminution des temps de transport pour les animaux destinés à l’abattage mais qu’ils préfèrent aussi acheter de la viande fraiche; invite par conséquent la Commission à préciser les conclusions qu’il convient d’en tirer; reconnaît que le règlement, faute d’être correctement appliqué, n’a pas atteint son objectif de limiter le transport d’animaux vivants en vue de leur abattage mais qu’il a contribué à améliorer le bien-être animal durant ces transports; invite
...[+++]les États membres à mettre correctement en œuvre la législation en vigueur relative au transport d’animaux et la Commission à promouvoir, dans la mesure du possible, la transformation locale; est convaincu que la politique européenne devrait viser à aider la création de chaînes d’approvisionnement courtes et transparentes, tout en préservant l’approvisionnement de tous les États membres et des régions ultrapériphériques; attire l’attention sur le fait que la législation européenne en matière d’hygiène, tout en veillant au plus haut niveau de protection des consommateurs, ne devrait pas entraver sans raison le développement d’abattoirs mobiles ou de petits abattoirs régionaux et d’ateliers de transformation; 10. is van mening dat dieren
in principe dicht mogelijk bij de plaats waar ze worden gehouden, moeten worden geslacht; merkt in dit verband op dat de consumenten vóór kortere vervoerstijden van slachtdieren zijn, maar tegelijkertijd liever vers vlees kopen; vraagt de Commissie daarom aan te geven welke consequenties hieruit moeten worden getrokken; erkent dat de verordening door een gebrekkige handhaving haar doel qua beperking van het vervoer van slachtdieren niet heeft bereikt, maar meent dat zij een bijdrage heeft geleverd aan het verbeteren van het dierenwelzijn tijdens het vervoer; roept de lidstaten op om de bestaande wetgeving
...[+++] inzake dierenvervoer naar behoren uit te voeren en roept de Commissie op om waar mogelijk plaatselijke verwerking te bevorderen; is van mening dat het EU-beleid moet beogen korte en transparante leveringsketens tot stand te brengen en tegelijk de bevoorrading van de markt in alle lidstaten en in de ultraperifere gebieden te garanderen; benadrukt dat EU-hygiënewetgeving consumenten de best mogelijke bescherming moet bieden, maar de ontwikkeling van mobiele of kleinschalige regionale slachterijen en vleesverwerking niet onnodig in de weg mag staan;