3° en l'absence de tétines ou de coupes, chaque cage doit comporter un abreuvoir continu de même longueur que la mangeoire visée au point 2°.
3° tenzij er drinknippels of drinkbakjes gemonteerd zijn, moet in elke kooi een continu werkende drinkgoot met dezelfde lengte als de in punt 2° bedoelde voederbak aanwezig zijn.