Art. 13. Dans le cadre de la procédure inhérente à l'exonération de l'accise qui leur est accordée, les diplomates, fonctionnaires consulaires, forces armées et organismes visés à l'article 20, 7° à 12°, de la loi générale du 18 juillet 1977 sur les douanes et accises, sont habilités à recevoir en provenance d'autres Etats membres des produits soumis à accise en suspension de droits d'accise sous le couvert du document d'accompagnement visé à l'article 26 ou du document relatif à la procédure douanière suspensive visée à l'article 14, à condition que ce document soit accompagné d'un certificat d'exonération.
Art. 13. In het kader van de vrijstellingsregeling inzake accijnzen die op hen van toepassing is, zijn de diplomaten, consulaire ambtenaren, strijdkrachten en instellingen bedoeld in artikel 20, 7° tot en met 12°, van de algemene wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen gemachtigd om onder een accijnsschorsingsregeling accijnsgoederen te ontvangen herkomstig uit andere lidstaten onder dekking van een begeleidingsdocument bedoeld in artikel 26 of van een document betreffende een douaneschorsingsregeling bedoeld in artikel 14, op voorwaarde dat het bedoelde document vergezeld gaat van een certificaat van vrijstelling.