Pour le calcul de l'ancienneté de grade des agents nommés en vertu de l'article 4, § 5, au grade d'assistant technique, les services admissibles prestés depuis le 1 janvier 1994 et au plus tôt depuis la date du procès-verbal de clôture de l'épreuve d'avancement de grade organisée ou en cours d'organisation avant le 31 décembre 1994 pour l'accès à l'un des grades classés au rang 22 visés à l'article 1, auquel ces agents ont satisfait sont censés avoir été accomplis dans le grade de rang 26.
Bij de berekening van de graadanciënniteit van de krachtens artikel 4, § 5 in de graad van technisch assistent benoemde personeelsleden worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd werden sinds 1 januari 1994 en ten vroegste sedert de datum van het proces-verbaal van afsluiting van het examen voor verhoging in graad die vóór 31 december 1994 werd afgenomen of aan de gang was met betrekking tot de toegang tot een van de in artikel 1 bedoelde in rang 22 ingedeelde graden, waarbij deze personeelsleden voldeden, geacht verricht te zijn in de graad van rang 26.