Il se peut, par exemple, que les actifs de production de la société A permettent une production horaire élevée, mais nécessitent une consommation relativement importante de matières premières par unité produite, alors que les actifs de production de la société B ne permettent qu'une production horaire plus faible, mais nécessitent une consommation moindre de matières premières par unité produite.
Zo kunnen bijvoorbeeld de productiemiddelen van onderneming A een hoge productie per uur genereren, maar een betrekkelijk hoog grondstoffenverbruik per geproduceerde eenheid vergen, terwijl de productiemiddelen van onderneming B een lagere productie per uur genereren, maar een betrekkelijk lager grondstoffenverbruik per geproduceerde eenheid vergen.