2° Si l'agriculteur applique dans son entreprise le système des normes d'épandage reposant sur la quantité d'azote actif épandue, telle que mentionnée au § 3, le nombre autorisé de kg d'azote actif ne peut excéder de 10 % au plus le nombre de kg N actif autorisé par hectare pour les pommes de terre, à l'exception des pommes de terre hâtives.
2° als de landbouwer op zijn bedrijf het systeem van bemestingsnormen, gebaseerd op de opgebrachte hoeveelheid werkzame stikstof, als vermeld in § 3, toepast, is de toegestane kg werkzame N maximaal 10 % hoger dan de op grond van § 3 toegestane kg werkzame N per hectare voor aardappelen, met uitzondering van vroege aardappelen.