3. Onverminderd de algemene strekking van de v
ereisten van lid 1, mogen de in dat lid bedoelde personen aan geen enkele persoon of autori
teit vertrouwelijke informatie bekendmaken waarvan zij bij de uitoefening van hun beroepswerkzaamheden of via een bevoegde autoriteit of afwikkelingsautoriteit in verband met hun taken als bedoeld in deze richtlijn kennis hebben gekregen, behalve, het kader van de uitoefening van zijn taken als bedoeld in deze richtlijn, in een zodanig samengevatte of geaggregeerde vorm dat individuele instellingen o
...[+++]f entiteiten als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d), niet kunnen worden geïdentificeerd of met de uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming van de autoriteit of de instelling of de entiteit als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), c) of d), die de informatie had verschaft .