En effet, il est en pratique improbable que le
médecin procède au prélèvement dans l'hypothèse 1° où la personne défunte n'a pas déclaré de son vivant sa
volonté auprès de l'administration communale conformément à l'arrêté royal du 30 octobre 1986 organisant le mode d'expression de la volonté du donneur ou des personnes visées à l'article 10, § 2, de la loi du 13 juin 1986 sur le prélèvement et la transplantation d'organes, et 2° où la famille n'a pas communiqué d'initiative au médecin une opposition sur un autre mode (lettre, tatouag
...[+++]e, carte dans le portefeuille, .).
In de praktijk is het immers weinig waarschijnlijk dat de arts organen zal wegnemen in de hypothese dat 1° de overledene bij leven zijn wil niet te kennen heeft gegeven bij het gemeentebestuur zoals voorgeschreven door het koninklijk besluit van 30 oktober 1986 tot regeling van de wijze waarop de donor of de personen bedoeld in artikel 10, § 2, van de wet van 13 juni 1986 betreffende het wegnemen en transplanteren van organen hun wil te kennen geven, en 2° dat de familie uit eigen beweging aan de arts geen verzet heeft meegedeeld via een ander medium, zoals een brief, een tatoeage of een kaartje in de portefeuille.