Dès lors que la différence de traitement repose sur un motif suffisant, est sans intérêt la question de savoir si une erreur, manifestement matérielle, apparaissant dans les travaux préparatoires de la loi (douze mois feraient trois cents jours : Doc. parl., Sénat, 1992-1993, n° 653-2, p. 21), aurait induit le législateur à adopter la disposition en cause.
Nu het verschil in behandeling berust op een toereikend motief, is zonder belang de vraag of een, klaarblijkelijk materiële, vergissing die in de parlementaire voorbereiding van de wet voorkomt (twaalf maanden zouden driehonderd dagen zijn : Gedr. St., Senaat, 1992-1993, nr. 653-2, p. 21), de wetgever ertoe zou hebben gebracht de in het geding zijnde bepaling aan te nemen.