G. considérant que la mission des Nations unies en RDC (MONUC) dispose d'un mandat en vertu du chapitre VII de la Charte des Nations unies pour utiliser tous les moyens nécessaires afin de dissuader toute tentative de recours à la force de la part de tout groupe armé, étranger ou congolais, et pour assurer la protection des civils sous la menace imminente de violences physiques, mais qu'elle ne dispose pas des ressources nécessaires ni de troupes de la qualité voulue pour remplir ce mandat,
G. overwegende dat de VN-missie in de DRC (MONUC) krachtens hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties over een mandaat beschikt op grond waarvan zij alle nodige middelen mag inzetten om een halt toe te roepen aan elke poging tot gebruik van geweld van de kant van welke buitenlandse of Congolese gewapende groep dan ook en om de voortdurend onder bedreiging van lichamelijk geweld levende burgerbevolking te beschermen, maar dat zij niet over voldoende middelen en geschikte troepen beschikt om dit mandaat te kunnen vervullen,