8. Si l’autorité de résolution estime que le plan ne permettra pas d’atteindre l’objectif visé au paragraphe 7, elle notifie à l’organe de direction ou à la ou les personnes nommées conformément à l’article 72, paragraphe 1, en accord avec l’autorité compétente, les aspects qui posent problème et leur demande de modifier le plan afin d’y remédier.
8. Indien de afwikkelingsautoriteit er niet van overtuigd is dat met de uitvoering van het plan de in lid 7 bedoelde doelstelling zou worden verwezenlijkt, stelt zij, in overleg met de bevoegde autoriteit, het leidinggevend orgaan of de persoon of personen die in overeenstemming met artikel 72, lid 1, zijn benoemd in kennis van haar bezorgdheden en eist zij dat het plan zodanig wordt gewijzigd dat deze bezorgdheden worden aangepakt.