Art. 25. § 1. La pension qui découle du présent régime de pension, participations bénéficiaires comprises, augmentée de la pension légale qui est estimée en fonction du nombre d'années de service chez un employeur ou ailleurs, ne peut en aucun cas dépasser 80 p.c. de la dernière rémunération annuelle brute normale de l'affilié, multipliée par une fraction dont le numérateur représente le nombre réel d'années prestées chez l'employeur ou ailleurs, et le dénominateur le nombre d'années de la durée normale d'activité professionnelle, fixée à 40 ans.
Art. 25. § 1. Het pensioen dat uit onderhavig pensioenstelsel voortvloeit, winstdelingen inbegrepen, verhoogd met het wettelijk pensioen dat geschat wordt in functie van het aantal jaren dienst bij een werkgever of elders, mag in geen geval 80 pct. overschrijden van de laatste normale bruto jaarbezoldiging van de aangeslotene, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller het aantal werkelijk gepresteerde jaren bij de werkgever of elders is, en de noemer het aantal jaren van de normale duurtijd van de beroepsactiviteit die vastgesteld wordt op 40 jaar.