Si lors de la première désignation ou nomination aucun des juges ni des mandataires ne fournit la preuve d'une connaissance suffisante de la langue allemande dans le sens de l'alinéa 1 de l'article 39/21, § 3, de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, le premier président décide si l'examen d'un cas qui a été introduit en allemand, est traité en français ou en néerlandais.
Indien bij de eerste aanwijzing of benoeming geen van de rechters noch van de mandaathouders het bewijs leveren van een voldoende kennis van de Duitse taal in de zin van het eerste lid van het artikel 39/21, § 3, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, beslist de eerste voorzitter of het onderzoek van een zaak die in het Duits is ingediend, in het Nederlands dan wel in het Frans wordt gevoerd.