A. considérant que les accusations relatives au programme d'enrichissement d'uranium ont amené, d'une part, le Parlement européen à geler, le 24 octobre 2002, un montant de 20 millions d'euros destinés au programme KEDO en 2003 et, de l'autre, le gouvernement des États-Unis à cesser les importantes fournitures de pétrole à la Corée du Nord qui faisaient également partie de l'accord KEDO,
A. overwegende dat de beschuldigingen in verband met het uraniumverrijkingsprogramma het Europees Parlement er op 24 oktober 2002 toe deed besluiten de EU-bijdragen van 20 miljoen euro aan KEDO voor 2003 te bevriezen en voor de regering van de VS aanleiding was tot stopzetting van de leveringen van zware olie aan Noord-Korea, die eveneens deel uitmaken van de KEDO-overeenkomst,