Le président du Conseil de la concurrence, qui est actuellement juge au Tribunal de commerce de Bruxelles dont j'ai la responsabilité d'assurer la bonne marche, dans la lettre qu'il m'adressait sous la date du 28 septembre 1994, annonçait déjà que « le Conseil (inviterait) le législateur à revoir le statut du Président ».
De voorzitter van de Raad voor de Mededinging, die thans rechter is bij de rechtbank van koophandel te Brussel, voor wiens goede werking ik verantwoordelijk ben, kondigde reeds bij brief van 28 september 1994, tot mij gericht, aan dat er door de Raad aan de wetgever gevraagd zou worden het statuut van haar voorzitter te wijzigen (« le Conseil (invitera) le législateur à revoir le statut du Président »).