Art. 38. Si le vérificateur ne peut indiquer avec un degré de certitude raisonnable que les informations déclarées conformément à l'article 36, deuxième alinéa, 5° et 6°, sont exemptes d'inexactitudes significatives, la division ne peut pas calculer la quantité annuelle provisoire de quotas d'émission alloués à titre gratuit pour les années civiles restantes de la deuxième période d'engagement.
Art. 38. Als de verificateur niet met redelijke mate van zekerheid kan aangeven dat de overeenkomstig artikel 36, tweede lid, 5° en 6°, gerapporteerde gegevens vrij zijn van beduidend onjuiste opgaven, kan de afdeling de voorlopige jaarlijkse hoeveelheid kosteloos toegewezen emissierechten voor de resterende kalenderjaren van de tweede verbintenisperiode niet berekenen.