Vu l'urgence motivée par le fait que l'arrêté royal du 3 mai 1999 concernant les chantiers temp
oraires ou mobiles, lequel arrêté a été annulé par le Conseil d'Etat, est entré en vigueur le 1 août 1999; qu'il apparaît que depuis lors divers projet
s, auxquels ont été appliquées les dispositions de cet arrêté, ont été entamés; qu'il apparaît également que diverses personnes, exécutant la fonction de maître d'oeuvre chargé de la conception, se
sont inscrites pour suivre un cours ...[+++]de formation complémentaire pour conseiller en prévention de niveau I et II; qu'il apparaît également que le secteur de la construction est depuis plusieurs années actif pour promouvoir la coordination sur les chantiers, ce qui apparaît notamment à travers les actions du Comité National d'Action pour la Sécurité et la Santé dans la Construction; que la directive de la Communauté européenne doit à tous égards être appliquée, peu importe les structures existantes belges, qui concernent notamment la manière dont les ouvrages se réalisent; qu'il y a dès lors une nécessité urgente de réintroduire les précédentes mesures d'exécution; que tout délai supplémentaire peut compromettre la sécurité juridique et les espérances justifiées de plusieurs partis; que ces mesures doivent être prises avec effet au 1 août 1999 pour éviter une lacune dans la législation et pour ainsi garantir la sécurité juridique; Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit dat het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, dat vernietigd werd door de Raad van State, in werking is getreden op 1 augustus 1999; dat blijkt dat sindsdien verschillende projecten een aanvang hebben genomen waarop de bepalingen van dat besluit werden toegepast; dat eveneens blijkt dat verschillende personen, die de functie van bouwdirectie belast met het ontwerp uitoefenen, zich hebben ingeschreven voor het volgen van een cursus aanvullende vorming voor preventieadviseurs niveau I en II; dat eveneens blijkt dat de sector van het bouwbedrijf al jarenlang actief is om de coördinatie op de bouwplaatsen te bevorderen, wat inzo
...[+++]nderheid blijkt uit de acties van het Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en Hygiëne in het Bouwbedrijf; dat de richtlijn van de Europese Gemeenschap alleszins moet worden toegepast, ongeacht de bestaande Belgische structuren, die inzonderheid betrekking hebben op de wijze waarop bouwwerken tot stand komen; dat het derhalve noodzakelijk is dringend de vroegere uitvoeringsmaatregelen opnieuw in te voeren; dat elk verder uitstel de rechtszekerheid en de gerechtvaardigde verwachtingen van meerdere partijen in het gedrang kan brengen; dat deze maatregelen moeten worden genomen met ingang van 1 augustus 1999 om een lacune in de wetgeving te vermijden en zodus de rechtszekerheid te waarborgen;