5. invite les États membres à établir et à mettre en œuvre des programmes nationaux de lutte contre le diabète, et à en assurer le suivi, afin de contribuer à la promotion de la santé, à la prévision, la prévention, le dépistage précoce et le traitement du diabète, en ciblant à la fois la population en général et les groupes à haut risque en particulier, et à réduire les inégalités et permettre une utilisation optimale des budgets des soins de santé tout en adoptant une approche personnalisée là où cela s'avère nécessaire;
5. verzoekt de lidstaten om nationale diabetesprogramma's te ontwikkelen, uit te voeren en te controleren, die gericht zijn op de bevordering van de volksgezondheid, het voorspellen, voorkomen, vroegtijdig diagnosticeren en behandelen van diabetes, die zowel bedoeld zijn voor de algehele bevolking als voor de groepen met een hoog risico, en die gericht zijn op het terugdringen van de ongelijkheid en het optimaliseren van de middelen ten behoeve van de volksgezondheid, zo nodig door middel van een individuele benadering;