De plus, contrairement aux couples mariés et concubins, la femme seule ne devrait pas faire la preuve « d'un projet parental commun inscrit dans le cadre d'une relation stable et affective », ce qui est arbitraire.
Bovendien moet de alleenstaande vrouw, in tegenstelling tot de gehuwde of samenwonende koppels, geen bewijs leveren van een gemeenschappelijk ouderschapsproject in het kader van een stabiele, affectieve relatie, wat arbitrair is.