Aux termes des articles 13, 14, par. 1, et 15, lorsqu'un créancier engage une procédure en vue de faire valoir son droit, le délai de prescription « cesse de courir »; on pourrait déduire de l'absence de toute autre disposition que, si le créancier engage une procédure avant l'expiration du délai de prescription, ce dernier n'expirera jamais.
Naar luid van de artikelen 13, 14, eerste lid, en 15, « houdt de verjaringstermijn op te lopen » wanneer een schuldeiser een procedure instelt om zijn recht te doen gelden; uit de afwezigheid van enige andere bepaling zou kunnen worden afgeleid dat de verjaringstermijn nooit verstrijkt indien de schuldeiser een procedure instelt voor het verstrijken ervan.