Pour conclure et pour rassurer Mme Schörling, l’arrêt confirme que, dans le cadre de la législation actuelle comme en vertu du projet commun, les méthodes de product
ion constituent des critères d’attribution légitimes et peuvent avoir un po
ids important, pour autant que le critère soit toujours formulé et appliqué de fa
çon à respecter les quatre exigences définies explicitement dans l’affaire Helsinki et dans l
...[+++]e premier considérant du projet commun.
Ter afsluiting, en om mevrouw Schörling nogmaals gerust te stellen, wijs ik erop dat de gerechtelijke uitspraak bevestigt dat zowel volgens het huidige recht als volgens de gemeenschappelijke ontwerptekst, productiemethoden legitieme toekenningscriteria zijn waaraan groot gewicht mag worden toegekend, mits het criterium is vastgelegd en wordt toegepast in overeenstemming met de vier vereisten die expliciet in zowel de uitspraak betreffende de Helsinki-zaak als de eerste overweging van de gemeenschappelijke ontwerptekst zijn vastgelegd.