(82) La Commission considère comme excessive l'imputation de la totalité de la valeur résiduelle de la formation du terril ouest et des pistes d'accès comme perte due à la réduction d'activité, l'éventualité de l'abandon du flanc ouest étant prévue dans le projet de juillet 1994 et, aux termes même de ce projet, "la montée du fond de coupe entraîne automatiquement une augmentation largement suffisante de la capacité d'évacuation intérieure, en diminuant le volume total de stériles à déplacer et en créant un vide de grandes dimensions à l'extrême nord, qui se trouve au fond à la cote 530 approximativement".
(82) De Commissie is van mening dat het te ver zou gaan de gehele restwaarde van de aanleg van de westelijke steenberg en van de toegangswegen te boeken als verlies als gevolg van de buitengebruikstelling, omdat de mogelijkheid van het verlaten van de westelijke flank al in het plan van juli 1994 was voorzien en dat zoals in het plan van 1994 wordt gezegd: "de ophoging van d
e bodem van de mijn automatisch mogelijkheden van meer dan voldoende capaciteit oplevert voor het ter plaatse storten, waardoor het totale volume van het af te voeren gesteente kleiner wordt en de beschikking wordt verkregen over een gat van grote afmetingen in het ui
...[+++]terste noorden waar de bodem op ca. 530 m ligt".