S'il est vrai que le ministre a déclaré, dans l'exposé des motifs, que le projet n'avait pas pour
but de « toucher au principe qu
e les lauréats de l'autre examen (examen d'aptitu
de professionnelle) doivent garder bien entendu eux aussi suffisamment de chances d'être nommés magistrat » (cf. Exposé des motifs, doc. Chambre 1995-1996, nº 466/1, p. 2), la question se pose de savoir s
i cet objectif sera toujours ...[+++]lass=yellow2> respecté effectivement ou si, avec le temps et, par exemple, à la suite d'un changement de gouvernement, il ne se réduira pas à un voeu pieux.
De minister verklaart weliswaar in de memorie van to
elichting dat « het niet in de bedoel
ing ligt om aan het principe te raken dat ook de laureaten van het andere examen (examen inzake beroepsbekwaamheid) vanzelfsprekend voldoende kansen moeten hebben om tot magistraat benoemd te worden » (cf. Memorie van toelichting, Gedr. St., Kamer, 1995-1996, nr. 466/1, blz. 2), maar de vraag rijst of deze intentie in de toekomst steeds me
tterdaad zal worden gerespecteerd dan wel, na verloop ...[+++] van tijd, bijvoorbeeld na een regeringswissel, tot een vrome onvervulde wens zal verworden.