13. constate avec préoccupation l'ampleur alarmante des discriminations auxquelles font face les personnes LGBTI au Burundi et leur criminalisation; réaffirme que l'orientation sexuelle et l'identité de genre relèvent de la liberté d'expression et du droit de la personne à la vie privée, que consacre le droit international relatif aux droits de l'homme, en vertu duquel le principe d'égalité et de non-discrimination doit être protégé et la liberté d'expression garantie; demande par conséquent à l'Assemblée nationale et au gouvernement du Burundi d'abroger les articles du code pénal qui portent atteinte aux personnes LGBTI;
13. is met name bezorgd over de - in Burundi dramatische proporties aannemende - discriminatie en criminalisering van LGBTI-mensen; beklemtoont nogmaals dat seksuele geaardheid en genderidentiteit vallen onder het individuele recht op privacy, dat verankerd is in het internationale mensenrechtenrecht, op grond waarvan gelijkheid en non-discriminatie moeten worden beschermd en de vrijheid van meningsuiting gewaarborgd moet zijn; verzoekt het parlement en de regering van Burundi derhalve om de strafrechtelijke bepalingen die discriminerend zijn voor LGBTI-personen af te schaffen;