Bien que le traitement de photos et d'empreintes digitales dans des banques de données policières constitue une ingérence très forte dans l'exercice du droit au respect de la vie privée, cette ingérence n'est en principe pas disproportionnée aux objectifs du législateur quant à l'exercice efficace, par les services de police, de leurs missions légales.
Ofschoon het verwerken van foto's en vingerafdrukken in politionele databanken een verregaande inmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven inhoudt, is die inmenging in beginsel niet onevenredig ten aanzien van de door de wetgever nagestreefde doelstellingen betreffende de doeltreffende uitoefening door de politiediensten van hun wettelijke opdrachten.