Il serait à cet égard difficilement admissible, au regard des articles 10 et 11 de la Constitution, qu'un détenu qui n'a pu bénéficier de la mesure de détention limitée ou de la surveillance électronique en raison d'un nombre insuffisant de bracelets, alors même qu'il l'avait sollicitée, ne puisse être remis en liberté que sous les conditions plus strictes de la libération conditionnelle, alors qu'un autre détenu qui aurait bénéficié de la mesure pourrait être libéré à des conditions plus favorables.
Wat dat betreft zou het ten aanzien van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet moeilijk aanvaardbaar zijn dat een gedetineerde die geen maatregel van beperkte detentie of elektronisch toezicht heeft kunnen genieten wegens een gebrek aan enkelbanden, terwijl hij daarom wel had verzocht, alleen opnieuw in vrijheid kan worden gesteld onder de strengere voorwaarden van voorwaardelijke invrijheidstelling, terwijl een andere gedetineerde die de maatregel wel genoten zou hebben, onder gunstigere voorwaarden in vrijheid zou kunnen worden gesteld.