Art. 11. Si l'Inspecteur des Finances rend un avis défavorable quant à une matière mentionnée à l'article 8, 2°, la dépense ne peut être effectuée, à moins que le Gouvernement ne décide, à la demande du ministre concerné, de marquer son accord.
Art. 11. Brengt de Inspecteur van financiën een ongunstig advies uit over een in artikel 8, 2°, vermelde aangelegenheid, dan kan de uitgave niet uitgevoerd worden, behoudens de Regering op verzoek van de betrokken minister beslist haar toestemming ervoor te geven.