Selon les travaux préparatoires, la faculté pour le procureur du Roi de porter le délai de surséance à cinq mois maximum a été motivée par la volonté de « donner suffisamment de temps au procureur du Roi pour procéder à une enquête et formuler son avis » (Doc. parl., Chambre, 2012-2013, DOC 53- 2673/001, p. 6), la pratique ayant démontré que « le délai de deux mois s'est souvent avéré insuffisant pour pouvoir effectuer une enquête approfondie et fournir un avis motivé » (ibid., p. 9).
Volgens de parlementaire voorbereiding is de mogelijkheid voor de procureur des Konings om de termijn van uitstel op hoogstens vijf maanden te brengen, gemotiveerd door de wil om « de procureur des Konings voldoende tijd te geven om zijn onderzoek te voeren en zijn advies te formuleren » (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2673/001, p. 6), daar de praktijk heeft aangetoond dat « de termijn van twee maanden vaak onvoldoende is om een degelijk onderzoek te kunnen voeren en een onderbouwd advies te geven » (ibid., p. 9).