— 3 membres effectifs, dont le président, et 3 membres suppléants, tous ayant qualité de magistrat de l'ordre judiciaire, effectif, à la retraite ou émérite, nommés par la Chambre des représentants, sur proposition du Conseil des ministres, après avis conforme et conjoint du premier président et du procureur général près la Cour de cassation.
— 3 vaste leden, onder wie de voorzitter, en 3 plaatsvervangende leden, met de hoedanigheid van magistraat van de rechterlijke orde, werkend, op rust gesteld of emeritus, benoemd door de Kamer van volksvertegenwoordigers op voordracht van de Ministerraad, na gelijkluidend en gezamenlijk advies van de eerste voorzitter van en van de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie.