24. estime que l'interopérabilité technique et son financement, au même titre que la certification européenne, la normalisation et la reconnaissance mutuelle, sont des éléments essentiels au bon fonctionnement du m
arché unique et que leur mise en œuvre relève plus que jamais du mandat des diverses agences; souligne que toutes les agences devraient essayer d'atteindre rapidement un niveau
élevé équivalent de responsabilité et de compétence et qu'elles
doivent être régulièrement ...[+++]évaluées; encourage en particulier le développement du plein potentiel de l'Agence ferroviaire européenne, notamment en lui confiant progressivement la responsabilité de la certification de tout nouveau matériel roulant et de toute nouvelle infrastructure ferroviaire ainsi que des audits réguliers des autorités de sécurité nationale ou d'entités équivalentes dans les États membres, tel que le prévoit la directive 2004/49/CE du 29 avril 2004; 24. is van mening dat de technische interoperabiliteit en de financiering, net zoals de Europese certificering en de wederzijdse erkenning, essentiële elementen van een goed functionerende interne markt vormen en dat de uitvoering van
deze elementen veel meer tot de taken van de verschil
lende agentschappen moet gaan behoren; onderstreept dat alle agentschappen zouden moeten streven naar een vergelijkbaar hoog niveau van verantwoordelijkheid en competentie en dit op korte termijn zouden moeten bereiken; moedigt in het bijzonder de on
...[+++]twikkeling van het volledig potentieel van het Europees Spoorwegbureau aan, inclusief het geleidelijk aanvaarden van de verantwoordelijkheid voor het certificeren van al het rollend materieel en de spoorweginfrastructuur, en voor regelmatige audits van nationale veiligheidsautoriteiten of vergelijkbare organen in de lidstaten, zoals vastgelegd in Richtlijn 2004/49/EG van 29 april 2004;