2. Dans le cas où le directeur nommé sur la base de l'article 38 de la décision 2009/371/JAI refuse ou n'est pas en mesure de se conformer au paragraphe 1 du présent article, le conseil d'administration désigne un directeur exécutif intérimaire pour exercer les fonctions attribuées au directeur exécutif pendant une période n'excédant pas dix-huit mois, dans l'attente de la nomination prévue à l'article 54, paragraphe 2, du présent règlement.
2. Indien de directeur die is benoemd op grond van artikel 38 van Besluit 2009/371/JBZ, niet bereid of in staat is te handelen overeenkomstig lid 1 van dit artikel, wijst de raad van bestuur, in afwachting van de in artikel 54, lid 2, van deze verordening bedoelde benoeming, voor ten hoogste achttien maanden een uitvoerend directeur ad interim aan die de aan de uitvoerend directeur toegewezen taken uitvoert.