7. constate qu'à la suite d'une action pénale engagée en Belgique à l'encontre d'un ancien membre du CESE à propos de frais de voyage (visée au paragraphe 4 de la résolution de décharge du Parlement du 27 avril 2006 (rapport Lundgren)), le CESE a engagé une action civile en dommages et intérêts et que l'arrêt du tribunal belge devrait intervenir au milieu de l'année 2007;
7. merkt op dat het EESC, in aanvulling op de Belgische strafzaak tegen een voormalig lid van het EESC met betrekking tot reiskosten (waarnaar wordt verwezen in paragraaf 4 van de resolutie van het Parlement over het verlenen van kwijting van 27 april 2006 (verslag-Lundgren)), een civiele rechtszaak voor schadeloosstelling heeft aangespannen en dat het Belgische Hof naar verwacht medio 2007 uitspraak zal doen;